Veel meer werknemers zijn de afgelopen jaren thuis gaan werken. De algemene verwachting is dat ook na de coronamaatregelen een grote groep werknemers (deels) thuis blijft werken.
Werkgevers hebben de behoefte om hun werknemers een vergoeding te geven voor extra kosten die samenhangen met thuiswerken. Om aan deze behoefte tegemoet te komen heeft het kabinet maatregelen genomen om werkgevers de mogelijkheid te bieden hun werknemers te vergoeden voor kosten door het thuiswerken.
Het is mogelijk om een vergoeding te geven van een bedrag van maximaal € 2 per thuisgewerkte dag of deel daarvan. De werkgever hoeft geen loonheffing te betalen voor deze thuiswerkvergoeding.
Ook blijft een onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer bestaan. Deze bedraagt maximaal € 0,19 per kilometer.
De werkgever kan per dag óf de thuiswerkkostenvergoeding, óf de reiskostenvergoeding geven.
De werknemer en werkgever kunnen vaste afspraken maken over het aantal dagen per week waarop de werknemer thuiswerkt. Op basis hiervan kan de werkgever een vaste vergoeding toekennen. Zo hoeft de werkgever niet per werkdag bij te houden welke vergoeding hij toekent. De vaste vergoeding hoeft niet te worden aangepast als incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor wordt gewerkt, of andersom. Wanneer de werknemer structureel meer gaat thuiswerken of naar kantoor gaat, dan moet de vaste vergoeding worden aangepast.
Sommige werknemers zullen een deel van de dag thuiswerken en het andere deel op kantoor. Dan kiest de werkgever of hij voor die werkdag de onbelaste reiskostenvergoeding geeft, of de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding. Beide kan niet.